Dat de democratie hapert en dat de uitvoering ervan bijna altijd roet in het eten gooit, is inmiddels een vrijwel algemeen geaccepteerd feit.
De vraag is of het systeem van democratie zoals we dat hebben bedacht aan vernieuwing toe is, of dat het systeem nog goed is (misschien hier en daar een pleister) maar dat het probleem in de uitvoering zit. Lees: bij de uitvoerenden.
Niet voor niets zijn we in dit land al meer dan tien jaar bezig met democratische vernieuwing. Het blijft echter tot heden bij praten. Het huidige systeem met verkiezingen, de Staten Generaal, gemeenteraden en provincies is op papier een prima systeem. Het probleem lijkt te liggen in de bestuurscultuur. Nog geen jaar geleden beloofde onze premier een nieuwe bestuurscultuur, nadat de huidige voor rampzalige taferelen had gezorgd. Zoals in de toeslagenaffaire, de belastinginning bij mensen met een ‘vreemde’ achternaam en bij de achterkamertjespolitiek waarbij mensen ‘naar elders’ verwezen werden. Tot op heden is er echter nog geen één positieve verandering op dit gebied te zien geweest.
Dan het systeem maar? Is het systeem dan zo aan te passen dat een foute bestuurscultuur minder schade kan aanrichten?
Een relatief nieuw fenomeen is het gebruik van burgerberaden. Bij loting wordt een representatieve groep van honderd tot honderdvijftig mensen samengesteld die over een specifiek onderwerp in zo’n acht tot tien sessies komen tot een advies.. Natuurlijk worden ze uitgebreid en objectief geïnformeerd. Zo zijn er al mooie adviezen over m.n. de klimaataanpak gekomen. Voorstanders van deze burgerparticipatie willen de adviezen bindend of behoorlijk bindend maken. Tegenstanders vinden het hele systeem maar niks omdat de mensen willekeurig worden gekozen en we bovendien al zo’n goed systeem hebben.
In haar artikel in het NRC van afgelopen zaterdag maakt Annemarie Kok, publicist en verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, gehakt van de burgerberaden.
Zij is kennelijk heel tevreden met het huidige systeem. Dat het kon leiden tot de genoemde uitwassen, moeten we dan maar op de koop toe nemen. Heel vervelend maar ja, daar heeft Rutte toch sorry voor gezegd. En het kabinet is toch afgetreden, dat is toch hoe het werkt? Vervelend voor al die mensen die hun huis kwijt zijn, al die mensen die gescheiden zijn en al die ouders die hun kind kwijt zijn. Maar ja, dat is nu eenmaal niet anders. Het ligt niet aan ons systeem, daar moeten we vooral niets in veranderen.
Nee, zegt mevrouw Kok, burgerberaden zorgen alleen voor nog meer chaos ‘waarin niet meer duidelijk is wie waarover gaat en waarom.’ Bovendien kan de volwassen burger toch al zijn/haar stem laten horen bij de verkiezingen. Waarbij mevrouw Kok ervan uitgaat dat we op een partij stemmen. Nee, mevr. Kok, we stemmen op een volksvertegenwoordiger, in principe ongeacht zijn/haar partij. Sterker nog, zij stelt dat we ook een eigen partij kunnen oprichten of proberen op een kandidatenlijst te komen. Grapje zeker.
Misschien is het een suggestie om eens op de publieke tribune te gaan zitten van de Tweede Kamer? Vooral interessant als de toeslagenaffaire wordt behandeld, of de jeugdzorg, of de coronamaatregelen, of toen minister de Jonge bevraagd werd over de Siebert-deal. Of……, ach eigenlijk altijd wel boeiend om een beeld te krijgen van hoe wij worden vertegenwoordigd.
Maar mevrouw Kok is tevreden en bekritiseert Eva Rovers op de kaft en titel van haar boekje waarin die het succes van burgerberaden wereldwijd beschrijft. Kok stelt dat Rovers de grondwettelijke democratie diskwalificeert en de mensen die daarbinnen actief zijn. ‘Dit is mede zo onterecht omdat juist deze categorie burgers bereid is om zich minimaal vier jaar lang, week in week uit, te bekommeren over allerhande zaken die de samenleving en individuele burgers aangaan.’ Maar kijken even iets langer naar wat er gebeurt als een partijlid zich verzet tegen de partijdoctrine of de uitkomst van het fractievoorzittersoverleg op maandagmorgen. Dan is het uiteindelijk ‘functie elders’.
De geboorte van een nieuw kabinet is als een politiek Pinksteren: het regeerakkoord daalt als een soort heilige geest neer op de volksvertegenwoordigers van de kabinetspartijen, die daardoor spontaan veranderen in fanatieke volgelingen van het meerderheidskabinetsbeleid. De wonderen zijn dus nog lang de wereld niet uit.
De gedachte achter de burgerberaden is dat ze aanvullend zijn en dat de mensen éénmalig deel uitmaken van zo’n beraad. Geen mensen dus die ervan afhankelijk zijn of die er macht aan kunnen ontlenen. Mevrouw Kok is echter bang dat de dames, heren politici moeten luisteren naar de wil van deze burgers. Ja, dat zou toch wat zijn, dat politici zouden moeten luisteren naar het volk.
Tenslotte zouden de voorstanders van de burgerberaden vergeten dat politiek bedrijven een complexe mix is van afwegen, onderhandelen en besluiten. Dat vergeten ze niet, mevrouw Kok, dat hoeven ze niet. Ze adviseren objectief, zonder belangenverstrengeling, zonder partijdiscipline en dan is het aan de politiek om er zorgvuldig mee om te gaan.
Vernieuwing in het politieke domein hoeft niet lang te duren, het is de acceptatie die lang duurt.
Blijf gezond en laat je niet gek maken door vastgeroeste gedachten. Zeker als ze niet eens van jou zijn.
Reactie plaatsen
Reacties