Het is kennelijk een tijd van overwegingen. Van vele kanten komen er mooie gedachten, angstige gedachten en zelfs een paar akelige gedachten. Gelukkig zijn er ook veel hoopvolle gedachten. Maar nooit zonder offers. Het zijn geen tijden van verandering maar een verandering van tijden. Jan Rotmans roept het al tijden. Niet zelden tegen een laconiek publiek. Nu is het zover. Anders dan Rotmans heeft bedoeld, of in elk geval sneller. We kabbelen niet verder, zoals in de afgelopen decennia, maar we gaan essentiële veranderingen meemaken. Een van de redenen is dat we in die kabbelende decennia behoorlijk serieus hebben getoornd aan het evenwicht van de wereld. Niet alleen politiek en economisch, maar met name in de natuur.
Tot heden was de klimaatdiscussie nog ondergeschikt aan de economische discussie. Nu we echter de Himalaya weer vanuit India kunnen zien, de lucht nog nooit zo blauw is geweest en China alleen mondkapjes draagt vanwege corona en niet langer vanwege de slechte luchtkwaliteit, proeven we aan wat kennelijk mogelijk is. We waren het vergeten. En als we eenmaal iets hebben, willen we het niet meer kwijt. Zo zitten we nu eenmaal in elkaar. Maar hoe gaan we die economische welvaart combineren met het nieuw verworven betere milieu?
De verandering van tijden is niet de digitale omwenteling met VR en A.I. zoals we die allemaal een beetje aan voelden komen, het wordt een totale omwenteling, waarbij alle disciplines meewerken. Tenminste dat zou niet gek zijn. We staan op het kruispunt van rechtdoor op de weg waarop we in sneltreinvaart voortraasden, of we buigen af naar een internationale samenwerking waarbij we de welvaart veel eerlijker verdelen, de natuur respecteren door veel meer circulair te denken en te werken. Door lokaal te blijven als het kan zodat we al het nodeloze transport kunnen vermijden, maar internationaal te gaan als het de wereld ten goede komt.
Het gaat om de grote gedachte en die is heel hoopvol én tegelijkertijd ook een beetje angstig. Vertrouwen we elkaar voldoende? Voeren we het gesprek of vechten we door? Gunnen we iedereen een goed leven of willen we het allemaal voor onszelf? Wordt het America First, Europa First, China First? Of wordt het de wereld op de eerste plaats? Wie neemt de leiding? De politiek, de wetenschap of doen we het samen? Nu is in elk geval het momentum. Nu staan we nog net vóór het kruispunt, morgen zijn we er voorbij.
Zo’n zestigjaar geleden stelde John F. Kennedy in zijn inaugurele speech als nieuwe president van Amerika de vraag: „Vraag niet wat je land voor jou kan doen, vraag wat jij voor je land kan doen.” Zo’n honderdzeventig jaar geleden was er een oproep aan de proletariërs aller landen.
Inmiddels gaat het niet langer over landen maar over de wereld, gaat het niet langer over de proletariërs, maar over de gehele bevolking. Daarom zeg ik: “Bevolking aller landen, verenigt u! De wereld heeft u nodig!”
Blijf thuis, blijf rustig en blijf gezond. Morgen weer een dag.
Reactie plaatsen
Reacties